Deze systemen gebruiken doorgaans een combinatie van letters en cijfers om informatie over de chemische samenstelling, mechanische eigenschappen en het beoogde gebruik van het staal over te brengen.
Een van de meest algemeen erkende systemen is het systeem van het American Iron and Steel Institute (AISI) en de Society of Automotive Engineers (SAE), dat een viercijferig nummer plus een letter gebruikt om de primaire legeringselementen van het staal aan te duiden. 4140 is bijvoorbeeld een laaggelegeerd staal dat tantaal en molybdeen bevat, terwijl 304 een austenitisch roestvast staal is met chroom en nikkel als primaire legeringselementen.
In Europa heeft het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) de EN 10025-norm ontwikkeld voor het aanduiden van constructiestaalsoorten. Dit systeem maakt gebruik van een combinatie van cijfers en letters, waarbij de eerste twee cijfers de minimale vloeigrens in MPa aangeven, gevolgd door een letter die de taaiheid of slagvastheid van het staal aangeeft.
De AS1163 C350L0 CHS-norm is bijvoorbeeld specifiek voor Australië en Nieuw-Zeeland en dekt de vereisten voor warmgewalste constructiestaalproducten. De soortaanduidingen in dit systeem bevatten informatie over de minimale vloeigrens van het staal, het verwachte temperatuurbereik en de productvorm (bijvoorbeeld plaat, staaf of rond hol profiel).
Andere landen en organisaties, zoals Japan, China en de American Society for Testing and Materials (ASTM), hebben hun eigen beoordelingssystemen, die kunnen verschillen in nomenclatuur en specifieke vereisten. Ingenieurs en materiaalspecificaties moeten bekend zijn met het juiste sorteersysteem en de betekenis van de soortaanduidingen begrijpen om ervoor te zorgen dat ze het juiste staal voor hun toepassing selecteren.
Gelaste stalen buis